dinsdag 28 oktober 2014

Charlotte Vandermeersch interview

 
Charlotte Vandermeersch interview

Door het raam van gaas van een paalwoning monstert Charlotte Vandermeersch het Amazonewoud, het grootste regenwoud op aarde. De hitte kleeft, de jungle roept, in de verte sneuvelt een amateurontdekkingsreiziger. Ze had geen seconde getwijfeld toen ik haar hulp inriep voor mijn zomerse zoektocht naar schuilplekken voor de crisis, om zen en rust te revitaliseren: nooit had ze zich meer één met de kosmos gevoeld dan in het tropische woud in het noorden van Brazilië.

Enthousiast onderhoudt ze me over onvermoede diersoorten, medicinale planten en magische watervallen. Ik krab me de schedel onder mijn panamahoed en kan de onvermijdelijk om ons heen sluipende poema’s en anaconda’s moeilijk verdringen, maar zij gaat zonder enige reserve op in de rustgevende oerkracht van het natuurgeweld - Lara Croft lijkt voor de actrice de rol van haar leven.

    'Fuck de zinloosheid!'

Helaas muggengaas: agenda’s, geld en praktische bezwaren maken dat Charlotte en ik ons niet in een hangmat in de Braziliaanse jungle bevinden maar op kussens in een kamer in de Antwerpse stadsjungle. Als om de gemiste trip goed te maken, had ze bij de deur gezegd: ‘Hier is nog nooit een vreemde binnen geweest.’ Ze heeft een heel eigen trapsgewijs systeem van zenplekken ontwikkeld: ‘Ik moet alleen kunnen zijn. Dat kan soms in ons huis, gewoon aan de keukentafel, want Felix (Van Groeningen) is weleens op reis. Als er in huis geen plaats voor is, kom ik naar hier – maar alleen op zulke momenten, want anders voelt het te fel. En als het dan nog niet wil lukken, is mijn ultieme troef een week of drie, vier alleen op reis gaan.’

HUMO En zo ben je ook in het Amazonewoud beland?

Charlotte Vandermeersch «Ik heb het voor tropische wouden, dus wilde ik zeker ook het grootste regenwoud ter wereld zien. Via Warre Borgmans, met wie ik aan het werk was, kwam ik terecht bij Dirk Van Dijck, die er acht jaar gewoond heeft en er nog altijd een plek heeft. We kenden elkaar niet, maar hij heeft me het schoonste cadeau van mijn leven gegeven.

»Ik landde in Manaus, de verschrikkelijke elektronicahoofdstad van Brazilië – belachelijk: allemaal hififabrieken midden in het oerwoud. Een chaotisch nest, niet zo lang geleden nog heel gewelddadig. De volgende etappe was al veel beter: tweeënhalve dag in een klein bootje met plaatselijk volk, in een hangmat. Een weldadige rust overviel me, voor het eerst in mijn leven ontwaakte ik samen met de zon. Dat heeft menig prachtige foto opgeleverd van de zonsopgang over de Rio Negro, een zijarm van de Amazone.

»Dat bootje bracht me naar het paradijs, in the middle of nowhere. Ik verbleef er in een Robinson Crusoe-hut op palen, zonder elektriciteit of stromend water, met een conciërge honderd meter verderop. Ik wist meteen: beter wordt het niet. Even heb ik overwogen mijn reisplannen overboord te gooien en daar gewoon een maand te blijven. Er was helemaal niks, louter stilte. Heerlijk. Ontroerend. Bij kaarslicht heb ik daar, als in een trip, een groot deel van een schrift gevuld met bespiegelingen over het leven.»

HUMO Daar valt in een ‘Zin in Zen’-interview vast overvloedig uit te citeren.

Charlotte Vandermeersch «Helaas. De laatste week van mijn vakantie is dat schriftje gestolen, kort nadat ik aan een rood tafeltje nog iemand zijn nummer genoteerd had. Doodjammer, want tijdens de reis zelf had ik niks herlezen. Ik wilde het allemaal bewaren voor thuis.

»Ik weet dus niet meer precies wat ik allemaal geschreven heb. Het ging veel over mijn leven; ik voelde me een heel klein deeltje van een enorme kosmos. Een fantastisch gevoel, intens en overweldigend. Toen ik daar na vijf dagen weg moest, heb ik onbedaarlijk staan huilen. En nog meer toen ik vervolgens in Belém terechtkwam, waar de welig tierende misdaad maakte dat ik binnen moest blijven, het hotelbed vol vlooien zat en ik moederziel alleen was. Nog jaren later, als ik terugdacht aan die momenten in de jungle, liepen de tranen me over de wangen.»

HUMO Nooit bang geweest in de jungle?

Charlotte Vandermeersch «Natuurlijk kan de jungle gevaarlijk zijn; Dirk heeft ooit een poema in zijn tuin gehad. En toen ik in bikini met een getourmenteerde man bij een waterval ging zwemmen – hij deed me aan mijn vader denken: problemen met drank en vrouwen, de wereld de rug toegekeerd – zette die zich op een rots om te kijken of er geen slangen passeerden. Terwijl ik me van geen kwaad bewust was (lacht).

»Maar het spannendste is dat wie alleen reist onophoudelijk afwegingen en keuzes moet maken. Als iemand voorstelt je ergens heen te brengen, moet je in een fractie van een seconde beslissen of je bij die man in de auto stapt of niet. Dat was soms spannend; dan voelde ik angst opkomen en vroeg ik me af of mijn instinct me in de steek had gelaten. Tot nog toe dus nog nooit (grijpt naar hout): ik blijk perfect aan te voelen wie ik kan vertrouwen en wie niet. Maar mijn moeder is dus niet onterecht ongerust als ik alleen weg ben.»

HUMO Heftig.

Charlotte Vandermeersch «Alleen reizen ís heftig, vanwege de wisselende stemmingen: nu eens zit je diep in de put, dan weer opent een bijzondere ontmoeting perspectieven. Als mensen zich met weinig woorden en veel gebaren moeten uitdrukken, worden gesprekken vanzelf puur. Zo heb ik vele wereldjes zien opengaan, waar ik dan telkens mijn eigen wereldje tegenover kon plaatsen. Dat is uiteindelijk de oefening die ik op reis maak: mijn leven in perspectief plaatsen. Maar dat hou ik niet langer dan drie, vier weken vol; tegen dan ben ik supergevoelig en komt alles beenhard binnen.

»Als ik alleen op reis ben, kent niemand me. ‘t Is heel bevrijdend te kunnen zijn wie ik ben, zonder enige sociale druk: het maakt niet uit wat ik doe of zeg, ik mag stil en raar in plaats van spraakzaam en leuk zijn. Dat is zo puur, zonder de ballast van ‘wie wil ik zijn?’. Daar heb ik hier last van, want ik blijf wel een ijdel meisje dat gevoelig is voor wat de mensen van me denken. Op reis ben ik verlost van mezelf en bevrijd van de verantwoordelijkheden tegenover mensen die ik graag zie. Ik kom al te makkelijk in gewetensnood als ik voor mezelf kies, ik blijf toch de oudste van vier kinderen. Daarom moet ik geregeld rust inbouwen, dat is de link tussen dat alleen reizen en die kamer waar we nu zitten.»